Roparun 2010
Afgelopen weekend was het dan weer zover. De Roparun, al voor de 19e keer, de langste estafette loop over meer dan 500 kilometer. Een team bestaat uit max 8 lopers en verder dan chauffeurs voor de diverse bussen, fietsers, masseurs, catering en de teamcaptain. Team 138 Defensie Helikopter Command bestond uit 29 personen. Het is een hele klus om een team compleet te krijgen. De uiteindelijke lopers geven aan de teamcaptain hun looptijden door, gelopen tijdens wedstrijden, en daar wordt dan het totale loopgemiddelde van het team mee berekend. Voor ons was dat 12,9 km/u. Naar de organisatie hebben we 12,7 opgegeven want je weet niet hoe je je houdt gedurende de race. Als voorbereiding heb ik enkele 1/2 marathons gelopen en daarnaast 4 x per week een looptraining. Als team hebben we in de buurt van Den Helder een trainingsloop gedaan over 50 km, compleet met busjes, fietsers en natuurlijk de lopers. beoefend werd het wisselen tussen de lopers en loopteams.
De lopers worden dan in twee groepen van 4 lopers verdeeld zodat iedere groep ongeveer sterk cq snel is. Bij zo’n loopgroep horen dan 2 fietsers om gedurende de loop bij de loper te blijven cf het reglement. Verder een klein busje met 2 chauffeurs om je te verplaatsen en je spullen mee te nemen. Verder dienen de fietsers en de chauffeurs goed hun opgegeven route te bestuderen, want er niets vervelender dan verkeerd te lopen en daardoor meer kilometers te maken dan nodig. In elk busje gaan ook nog eens drie extra fietsen mee omdat je op sommige stukken niet met de bussen mag komen en dan moeten de lopers tussen hun loopbeurten op de fiets mee. De meest gebruikte taktiek is om met de lopers elke keer een kilometer te lopen om dan te worden afgelost door een van de andere drie uit het busje. Met z’n vieren loop je dan een vooraf afgsproken afstand. Daar wacht dan het andere viertal met hun eigen bus 9met fietsen), fietsers en chauffeurs. Wij hadden ook nog een grote touring bus mee voor de rest van ons team. Achterin waren de banken eruit gehaald om daar te kunnen slapen op de zelfgemaakte bedden. Wat heb je dan nog meer mee: Voedsel en drinken, kookgerei, massage tafels en agregaat, stoelen, tafels noem het maar op. Terwijl het andere viertal verder gaat met lopen kun je eten, massage en rusten. Alles inpakken en door naar de volgende grote wisselplaats. De snelheid en de te lopen afstand bepalen je rusttijd want je moet wel op tijd wakker worden om weer te eten, evt een massage en te kleden voor je volgende “etappe”. Veel meer dan een anderhalf uur slaap heb je niet om dan wederom zo’n 50 kilometer te lopen. Dit gaat dan zo de hele race door. De tweede nacht is killing. Je hebt dan al weinig geslapen en moet dan weer een nacht door.
Page 1 of 3 | Next page